De eerste beviel goed, dus maar door naar de tweede. Het eerste verhaal ‘Biology at the end of the world‘ is een prima verhaal. De oceanen op aarde zijn vrijwel dood, ook van de oerwouden is maar weinig over. De biodiversiteit wordt hoe langer hoe minder divers. Om de aarde draaien een aantal habitats waarin men probeert om planten en dieren in leven te houden. Maar er wordt ook geëxperimenteerd met genetisch aangepast of zelfs nieuw ontworpen leven, dat beter in staat moet zijn om op de aarde te overleven. En dat is verboden, het in stand gehouden leven moet origineel zijn. Speciale DNA politie ziet er op toe dat er niet met DNA geknoeid wordt. Vinden ze iets, dan wordt al het nieuwe leven vernietigd. Een van de DNA agenten begint daar wel aan te twijfelen. Als ze in een habitat terecht komen waar alle leven vanaf niets is opgebouwd gaat ze om. Het is een schitterend biotoop en resistent genoeg om weer op aarde te worden uitgezet. Het ‘oude leven’ is niet meer opgewassen tegen de toxische omgeving.
Een tweede, korter verhaal heet ‘Molenstraat Music Festival‘. Een oude man op de planeet ‘Kaylee’ krijgt bezoek van een moeder en haar dochter. De dochter heeft een lichte hersenbeschadiging als gevolg van een val van een paard. Ze wil graag muziekles van hem zodat ze mee kan doen met het Molenstraat Muziekfestival.