Maandelijks archief: februari 2015

Paulus, Rabbi en Apostel – Pinchas Lapide, Peter Stuhlmacher

Ook in dit boek wordt aandacht gevraagd voor de apostel Paulus. Het is een verslag van een discussie tussen beide schrijvers, een jood en een christen. Hoe verhoudt Paulus zich tot Jezus en welke rol spelen zijn Joodse wortels in zijn optreden? In grote lijnen is het hetzelfde verhaal als mijn hiervoor besproken boek over Paulus. Er staan echter wel wat leuke dingen in! Het volgende:

‘De christologie van Paulus is zeker één van de wegen tot God. De weg van Israël is een andere. Wordt het niet hoog tijd om God meer fantasie toe te vertrouwen dan de de alle andere mogelijkheden uitsluitende eenzame eenrichtingsweg die naar het heil leidt?’

De tekst is uitgebreider, maar dit citaat is tekenend. Lapide toont hiermee ook aan dat interpretatie van de Bijbel sterk afhangt van het systeem dat je kiest. Christendom, Judaïsme, maar ook Islam etc zijn legitieme wegen tot God. Maar God houdt niet van dogmatische lieden die alleen de waarheid in pacht hebben, bijvoorbeeld Islamisten of Vrijgemaakten.

‘Zolang fundamentele eenheid heerst, is geloofspluralisme geen kwade zaak, maar een geheugensteuntje dat ons er aan herinnert dat God de veelheid liefheeft, maar van elk dogmatisch eenheidsdenken afkerig schijnt te zijn’.

Zoals eigenlijk alle boeken waarin Lapide schrijft, is dit een echte aanrader!

Het Huis van de Moskee – Kader Abdolah

HuisMoskeeAangeraden door een collega van mij, ze heeft geen woord teveel gezegd. Een indrukwekkend boek. In een klein stadje in Iran staat een moskee, er is een huis tegenaan gebouwd. De moskee en het huis zijn van een familie. Een groot deel van de familie woont daar ook. Een van hen is imam, zijn zoon leert ook voor imam. Het boek kabbelt aanvankelijk wat door, leuk om te lezen. De invloed van de verwesterlijking gedurende het sjah regime neemt toe, het familie hoofd ziet dat met lede ogen aan. Zo tussen de regels door merk je hoe het verzet zich opbouwt, zowel van links als van imaams. Als Khomeini dan eindelijk terugkomt en de revolutie losbarst verandert alles. Niemand is meer te vertrouwen. Alles is streng Islamitisch (Je kunt je niet voorstellen dat sommige mensen dit heden ten dage nog actief zoeken). Maar het blijkt ook dat allerlei kwalijke en/of gefrustreerde karakters nu aan de macht komen. En dan blijk sadisme belangrijker dan Islam. De Islamitische rechtbank moord er op los. Allerlei mensen worden ingeschakeld om zowel mannen als vrouwen in het Sharia korset te persen. En dan valt het leger van Saddam Hossein Iran binnen. Het tijdperk van het massale sterven is nu pas goed begonnen. Maar Iran heeft Allah, dus alles komt goed, denken ze. Uiteindelijk kan de oorlog niet gewonnen worden. Het moorden door de Islamitische rechtbank wordt minder. Het gewone volk komt tot rust en ziet: hoe hebben we ons laten meeslepen, wat hebben we elkaar aangedaan? Omdat vrijwel ieder gezin wel doden te betreuren heeft, wordt men begripvol naar elkaar. En daar eindigt het boek zo ongeveer. Niet bij opgeblazen Islamitische dingen, maar bij de gewone mensen, die al dit gedoe over zich heen moesten laten gaan en die elkaar weer recht in de ogen willen kunnen zien. En die hun God weer met een oprecht hart tegemoet willen treden.

De Moody Blues had ooit een een nummer op hun LP ‘Seventh Sojourn’ met de titel ‘Lost in a Lost World’, waarin werd opgemerkt:

Revolution never won,
Its just another form of gun
to do again what they have done

En zo is het, ook hier.
De wijsheid hier in het Westen, dat je Kerk en Staat moet scheiden, is fenomenaal. Het geeft mij als gelovige het recht om te geloven wat ik wil, zonder dat ik ooit in de gelegenheid wordt gesteld om mijn ideeën op te leggen aan een ander. En, mocht ik dat willen, ik mag evangeliseren wat ik wil. Mocht ik ooit besluiten dat ik geen Moslim meer wil zijn, dan zorgt de staat ervoor dat mijn kop er niet af gaat. Want dat is toch wel het officiële beleid in de Islam. En mocht het toch gebeuren: het is strafbaar!

Jihad! – Diverse auteurs

Jihad - KleinDit boek stamt uit 2002, een jaar na 9/11. Ik kocht het in 2007 maar heb het nu pas (2015) gelezen. De actualiteit van de inhoud is alleen maar toegenomen. De bijdragen zijn door verschillende auteurs geschreven (overigens NIET door Ayaan Hirschi Ali, Elsbeth Etty en Fatima Mernissi, hoewel op het voorblad aangegeven). Ik moet zeggen, ik wordt hier niet vrolijk van. De geschiedenis van de Islam is er één van verovering. Er wordt wel vaak naar de Kruistochten verwezen, maar die kwamen pas na een paar honderd jaar Islamitisch geweld richting Europa. En niet alleen Europa, maar ook richting Perzië en verder. In Perzië heeft alleen het grote aantal bewoners de islam ervan weerhouden om iedereen af te slachten (nl ongelovigen, geen mensen van het Boek). De oorspronkelijke religie (Zoroastrianisme) bestaat nog wel in Iran, maar vooral doordat een groot aantal aanhangers is gevlucht naar India. Dit even terzijde. Er wordt in het boek gesproken over het Paradijs. Wat dat precies inhoud is niet duidelijk. Of je daar als zelfmoord terrorist wel of niet 72 ‘bruinogigen’ met zwoegende borsten krijgt of niet is open, ook wat je daar dan mee moet doen. Voor vrouwen die zichzelf opblazen ligt het weer subtieler, die hebben 1 echtgenoot nodig, dat is dan hun eigen echtgenoot en als die er niet is wordt een man uit het Paradijs aangewezen. Het blijft me een raadsel hoe een religie kan verantwoorden dat je met een bomgordel een café in moet lopen om te ontploffen om zoveel mogelijk slachtoffers te maken.

Jihad is op zichzelf al een onduidelijke term en op te vatten als een persoonlijke strijd voor God en tegen het kwade. Het kan ook als oorlog tegen ongelovigen worden gezien en dat lijkt de meest gangbare verklaring.

Tenslotte is er nog een zinvolle bijdrage die stelt, dat jihadisme zò in opmars is, dat daar toch wel een reden voor moet zijn. Veel mensen zijn boos omdat ze bv door het kapitalistische systeem (‘McWorld’) gedwongen worden hun waarden en normen te verlaten of tot armoede vervallen. Strijd tegen Jihadisme heeft alleen maar zin als ook de uitwassen en het nihilisme in onze eigen cultuur worden aangepakt.

Paulus, Zwischen Damascus und Qumran – Pinchas Lapide

Dit boek had ik ooit al eens gelezen, maar zoals zo vaak blijft er niet zoveel hangen. Een tweede lezing is dan ook zeer interessant! Lapide, een Jood, ziet Paulus als een broeder. Paulus heeft het Joodse volk en de Joodse religie nooit de rug toegekeerd. Als je zijn brieven leest komt dat over het algemeen duidelijk naar voren. Dat veel Christenen denken dat Paulus de Joden heeft laten vallen, heeft te maken met het feit dat de BRIEVEN van Paulus gecanoniseerd zijn, als ONFEILBAAR GODS WOORD worden gezien. Op elke komma kun je exegese plegen. Bovendien worden zijn uitspraken niet in een context geplaatst. En verder, zo betoogt Lapide, maakt Paulus veel gebruikt van de Septuagint, een tamelijk onbetrouwbare vertaling van het Hebreeuws naar het Grieks. Daardoor ontstaan er allerlei onjuistheden.

Paulus heeft zich ook nooit bekeerd, er was niets te bekeren. Hij heeft wel een ervaring gehad, zoals wel meer profeten. Ze moesten, of ze wilden of niet, profeteren. Zo verging het ook Paulus. Hij heeft in zijn toewijding soms wat vreemde uitspraken gedaan. Na het Apostel concilie heeft hij besloten zich volledig aan de heidenen te weiden, voornamelijk de ‘Godvrezenden’, heidenen die zich bekeerd hadden tot het Jodendom en die alleen de Noachitische geboden hoefden te houden. Paulus leerde géén drie-eenheid, Jezus was niet God. Lapide behandelt diverse misvattingen en vertaalfouten.

De leukste vind ikzelf toch wel het volgende: Paulus zou na zijn ‘bekering’ naar Arabië en Damascus zijn vertrokken. Zeer waarschijnlijk is ‘Arabië’ een vergrieksing van ‘Araba’, het gebied over de Dode Zee. En Damascus (‘Damascus in de woestijn’) werd door de Essenen gebruikt om Qumran aan te duiden!

Dutch side of the border

Als oprechte grensbewoner zie ik ook de andere kant van de grens, ‘Gene Zijde’, Groningen. Ik houd dat scherp in de gaten! In Nederland, maar heel duidelijk in Groningen, zie je een soort taalstrijd.
In het Nederland als geheel is men druk doende het Nederlands over te laten gaan in een soort ‘Pidgin 
Engels’. En dan niet als tweede taal, maar als hoofdtaal met bijbehorende uitspraak. Dat de ‘r’ al lang en breed verdwenen is, is symptomatisch. Ik hoor zo nu en dan mensen die vroeger een gewone ‘r’ hadden en nu ineens een vreselijk gepolijste Amerikaanse ‘r’. Over het aantal Engelse woorden dat het Nederlands ondertussen is binnengeslopen zal ik het later hebben. Feit is dat in bv de Evangelische Kerken het Engels als het nieuwe Latijn wordt gebruikt. Wijsheidsspreuken op bordjes, stickers(!) en vooral op Facebook zijn vrijwel altijd het Engels, dat lijkt mooier. Nederlands wordt eigenlijk als niet helemaal echt, een beetje achterlijk weggezet. ‘Motherfucker’ klinkt toch aanmerkelijk beter dan moederneuker, of niet dan? En wie roept er nou “Poep!” Dat moet toch echt “Shit” zijn! Engels als tweede taal, dat riep Rutte ook al. Maar we worden niet tweetalig. We worden halftalig.
Maar wacht, er is iets vreemds aan de hand. Want Engels is beter dan Nederlands, maar Nederlands (lees ‘Hollands’) is weer veel beter dan Saksische dialecten Twents, Drents, Gronings). Want die zijn ‘boers’ en dus achterlijk. Op het Journaal zul je dus nooit iemand horen die ‘ennetjes inslikt’[1]. De ‘zachte g’ mag wel, elke Hollandse tongval ook, desnoods licht Fries. Dat is goed doorgedrongen in Groningen. Het gevoel een minderwaardig taaltje te spreken heeft gevolgen voor het dagelijks leven. Een aantal oorzaken zijn de houding van de rest van het land en de scholen. 
In Groningen is men nu van mening dat Gronings lelijk is. Je krijgt er een achterstand van. En kinderen die Gronings spreken, nee, dat kan ècht niet! Ollands, dàt is het! En Engels!
Nu is het in het verleden inderdaad vaak voorgekomen dat kinderen alleen in dialect werden opgevoed. En als je dan later met Nederlands aan de slag moet, ja dat is even slikken. Maar het lukt wel. Belangrijk is dat men in Nederland, en vooral ook in Groningen, meer oor moet hebben voor TWEETALIGHEID. Er is niets mis met Gronings, dat hangt af van hoe je het gebruikt. Er zijn in Groningen gebieden zijn waar men actief tweetalig is en dat gaat prima. Als je daar geen beleid op hebt, geen afspraken over maakt dan gaat het niet goed. Bijvoorbeeld: “Tegen de kinderen praten we Ollands, maar tegen elkaar Gronings”. Dat is geen tweetaligheid, dat is halftaligheid. Een fenomeen dat we ook in het Nederlands hebben met de overdadige aanwezigheid van het Engels.
Naar mijn mening is het Gronings van kleine kinderen zeer charmant. Buig niet voor de neerbuigendheid van westerlingen met hun rare uitspraak en ‘Gooische R’. Proat plat!

 

[1] Het leuke hier in Duitsland is dat ze hier het Saksisch hebben uitgevonden. Hier hòòr je ‘ennetjes zu verschlucken’ Als je dat niet doet, word je nooit nieuwslezer! Ik doe het hier naar hartelust. Herrlich!