Maandelijks archief: juli 2020

The Pride of Chanur – C.J. Cherryh

Deel 1: The Pride of Chanur: Het verhaal begint ergens in de Melkweg bij een groot ruimtestation ‘Meetpoint’ waar interstellaire handel wordt gedreven. Het schip ‘Pride of Chanur’ ligt daar in het dok. De kapitein is Pyanfar Chanur, ze heeft een nicht bij zich, Hilfy, die in opleiding is. De gehele bemanning bestaat uit vrouwelijke Hanu, dat is een op leeuwen gelijkend ras. Er komt opeens een vreemd wezen door de open laadklep naar binnen hollen. Is het intelligent of een dier? Onmiddellijk daarna breekt de hel los en moet het schip vluchten voor de Kif. Dat is een akelig en agressief ras met veel militaire schepen. Zij willen dat beest hebben. Dat beest blijkt intelligent en betitelt zichzelf als ‘mens’. Dat is iets nieuws, in het bekende universum heb je natuurlijk de Hanu, de Kif, maar ook de Mahendo’sat, de Knnn en de Stsho.
Aardige aan dit verhaal dat mensen nu de ‘aliens’ zijn. Verder lijken de Hanu in gedrag en moraal zoveel op mensen dat ze, behalve v.w.b. uiterlijk, niet echt exotisch zijn. (Mocht iemand dit als racistisch beschouwen: dat is niet zo).

Deel 2: Chanurs Venture: Die vond ik wat moeilijker te volgen. De kern is dat dat Tully, de mens die ze kwijt zijn geraakt, weer opduikt. Hij is eigenlijk een afgezant van de mensheid met een contract om handel te drijven met de mensen. Dat is erg lucratief en diverse ruimtewezens en rassen jagen nu op hem. Het verhaal gaat hoofdzakelijk over vluchten, aangehouden worden en weer ontsnappen. In deel 3 komt er hopelijk wat meer duidelijkheid.

Deel 3: The Kif strike back: Ik heb het geprobeerd. Op de een of andere wijze is Tully in de handen van de Kif geraakt, Pyanfar kan met allerlei gekonkel hem bevrijden, maar raakt verstrikt in allerlei politieke intriges. De culturen en rassen zijn dermate vreemd dat het aan de ene kant geweldig is dat de schrijfster behoorlijk buitenaards gaat. Aan de andere kant maakt dit het verhaal niet te volgen. Een hoofdstuk in ieder boek met een tekening van iedere soort, met namen en belangrijkste opvallendheden zou het boek een stuk leesbaarder hebben gemaakt. Wie weet ga ik ooit verder. Jaren later verscheen er ook een deel 4. Voorlopig maar even niet.