St. Franciscus reconsidered. Zie ook de volgende
krantenartikelen:
https://pages.pomona.edu/~kbw14747/publicity.htm
Over het verschil tussen rijke armen en arme armen. Franciscus kust een melaatse. Melaatsen waren uitgestotenen, zondaars. De ontwikkeling van het begrip ‘melaatsheid’ is een studie apart. Ze waren een populaire gemeenschap om te kussen, heel wat heiligen hebben dat gedaan. Door vrijwillig het sociale aspect van een melaatse over te nemen kreeg Franciscus al een soort heilig aspect en werd meteen een concurrent van de hongerende leprozen.
Franciscus had kennis van kleding en stoffen, het was voor hem dus niet moeilijk om de meest beroerde stof om te dragen uit te kiezen, slechtere kleding nog dan de ‘gewone’ armen. Dit maakte hem soms heel populair: stukken van zijn kledij werden soms afgerukt om als relikwie te gebruiken.
Kon een arme, die niets had, toetreden tot Franciscus zijn orde? Onduidelijk, het ‘ gaat heen en verkoopt al wat gij hebt’ etc. ging in ieder geval niet lukken.
Franciscus en zijn broeders waren niet te vergelijken met ‘gewone’ armen. Die wilden namelijk niet arm zijn en liever rijk worden, zij maakten zich zorgen over eten, kleding, onderdak, gezondheid. Zo niet de groep van Franciscus: zij hadden geen angst voor het verlies van wat dan ook, hun eigen zielenheil was het belangrijkst. De complete zorgeloosheid in de meest extreme armoede contrasteert sterk met die van de gewone armen. Het is elitaire armoede. Franciscus en zijn kompanen moesten soms hun best doen om arm te blijven.
Lees verder